Eerste klas:

een eerste stap in de grote wereld.

 

In de loop van de eerste klas veranderen de dromerige kleuters tot echte schoolkinderen die iets willen bereiken.

Terwijl de ledematen groeien en de melktanden worden gewisseld, kijken ze over hun muurtje naar de grote wereld.

De kinderen hebben een fantasierijke beeldenwereld.  Ze willen kleur en variatie.

De kleurrijk vertelde volkssprookjes (van vooral Grimm) zorgen ervoor dat het gevoelsleven van het kind stevig in beweging wordt gebracht.
Het schoolrijpe kind wil ook handelend optreden en wordt daarom ontvankelijk voor de autoriteit van de leerkracht, waar het met eerbied naar opkijkt.

 

Vertelstof

Het is belangrijk dat aan het schoolrijpe kind veel verteld wordt over de wereld van de volwassenen.  Het kind vormt eigen beelden over de wereld.  De volkssprookjes zijn de vertelstof van de eerste klas omdat ze ontstaan zijn in een tijd dat de mensheid met denkbeelden leefde, gelijkaardig aan die van een zevenjarig kind.

 

Taal

Vanuit de sprookjes worden er aan de leerlingen beelden aangeboden, die langs het tekenen en het schilderen leiden tot het schrijven.

Het lezen wordt pas na het schrijven aangeleerd.  Bij voorkeur worden door de kinderen zelf-

geschreven zinnetjes en versjes gelezen.

De leraar spreekt ook de wil van de kinderen aan door middel van toneel, kringspelen en versjes.

 

Rekenen

Omwille van hun beeldkarakter worden eerst de Romeinse cijfers aangeleerd en daarop aansluitend de Arabische cijfers.

Het rekenen (aanvankelijk tot 20) wordt aangebracht via de beweging: teloefeningen die ritmisch gestapt en geklapt worden.

Steeds vertrekkend vanuit het geheel, worden de vier hoofdbewerkingen aangeleerd, aan de hand van concrete situaties of rekenspelletjes.

 

Heemkunde

De heemkunde helpt het kind bij het leren kennen van zijn omgeving.  Via fantasierijke sprookjes wordt het kind zich stilaan bewust van het eigen karakter van de natuurwezens.

De wereld van zon, maan, sterren, wind, regen, steen, plant en dier wordt via beeld en beweging doorleefd.  Zo wordt ook eerbied opgewekt ten opzichte van het leven in het algemeen.