De onderbouw / lagere school

De onderbouw omvat de klassen 1 t/m 6, de leerlingen zijn tussen de 6 en 12 à 13 jaar oud.

Klassen

De kinderen van dezelfde ontwikkelingsleeftijd zitten bij elkaar in de klas. Dit vooral omdat wij ervan uit gaan dat kinderen een aantal specifieke ontwikkelingsfasen doormaken. Deze vormen het uitgangspunt voor de keuze van de leerstof en de wijze waarop deze gepresenteerd en verwerkt wordt. Bewust wordt er dus niet voor niveau-groepen gekozen. Wat niet wil zeggen dat wij niet af en toe klasdoorbrekende activiteiten aanbieden.

 

Jaarthema's
In relatie tot de ontwikkelingen die de leerlingen doormaken, staat in iedere klas een thema, de vertelstof, centraal. In deze vertelstof zien we de mensheidsgeschiedenis weerspiegeld, die elk kind in versneld tempo als het ware opnieuw doormaakt.

De jaarthema’s zijn als volgt opgebouwd:
 
1e klas: Sprookjes
2e klas: Fabels en Heiligenlegenden
3e klas: Oude testament
4e klas: Noorse/Germaanse mythologie
5e klas: Griekse mythologie en geschiedenis van de oude culturen
              (India, Perzië, Babylonië, Egypte, Griekenland)
6e klas: Romeinse mythologie en geschiedenis van de Romeinse
              culturen; Middeleeuwse geschiedenis


In één zin samengevat: van sprookje -tijdloos beeld met ideëel karakter- tot de realiteit van het hier en nu.

 

Leer- en ontwikkelingsstof

‘Leren leven door levend leren’

Cognitieve vaardigheden staan gelijkwaardig aan emotionele en daadkrachtige vormgebieden.

In praktijk betekent dit een zeer breed vakkenaanbod, waarin een intensieve beleving  van de leerstof en een kunstzinnige omgang daarmee centraal staan.

De leerstof is primair bedoeld als ontwikkelingsstof: Kortom: Wij proberen het leren met ‘hoofd, hart en handen’ dagelijks in praktijk te brengen.

Het leerprogramma en de vakken op onze school zijn conform de eisen die de wetgeving en de onderwijsinspectie aan basisscholen stelt. Daarnaast maakt uw kind op onze school kennis met vakken die specifiek zijn voor ons onderwijs.

 

Periode- en vakonderwijs
Evenals bij de kleuters is een ritmische indeling van dag en week voor de onderbouwleerlingen van belang. Dagelijks voor de eerste pauze wordt er periodeonderwijs gegeven, daarna de andere vakken die wekelijks terugkeren. In het periodeonderwijs wordt gedurende drie à vier weken hetzelfde vak gegeven: Rekenen, taal, heemkunde, aardrijkskunde, geschiedenis, plantkunde, dierkunde,…

                                                                                           

Hierin wordt vooral in de lagere klassen vanuit het vertellen door de leerkracht de leerstof aangeboden. De kinderen verwerken de leerstof op een kunstzinnige manier in hun schrift. Vanaf de 4e klas wordt naast het klassikaal lesgeven meer groepswerk en individueel werk gedaan.

Na de eerste pauze komen er oefenuren rekenen en taal aan bod, de vreemde talen Frans en Engels, turnen, zwemmen en de kunstzinnige vakken, zoals vormtekenen, schilderen, boetseren…

Rekenen

Het rekenonderwijs van de steinerschool heeft als stelregel: eerst doen, dan denken. Via stappen, klappen, springen, tikken en andere bewegingsvormen leren de kinderen het tellen, de getallen, de tafels, de bewerkingen. Door middel van allerhande activiteiten wordt het rekenen beweeglijk, visueel en grijpbaar gemaakt. Rekenen is een ‘doevak’ waar veel vreugde aan beleefd kan worden.

Taal

De steinerschool is een school van het woord. Vele aspecten van het leerproces zijn verbonden met de talrijke verhalen die verteld worden. Voor het leren schrijven en lezen krijgen de kinderen genoeg tijd. Aanvankelijk gaat de aandacht naar de basisregels van de spelling en het schrijven van korte verhaaltjes.

In de hogere klassen leren de kinderen de grammatica kennen en ontwikkelen ze hun taalgevoel. In elke klas wordt jaarlijks een toneel ingeoefend en opgevoerd.

Evaluatie

In onze school volgen wij de kinderen op met een leerlingvolgsysteem, gebaseerd op de Vlaamse LVS toetsen.

Naar de ouders toe geven wij 2 keer per jaar een perioderapport mee. (in de herfst/winter en in de lente) en een uitgebreider ‘getuigschrift’ op het einde van het schooljaar.